Sunday, May 25, 2014

Rabarber-jalousie



Mijn moeder lust geen rabarber. Dus aten wij het thuis nooit. Ik heb dus pas vrij laat in mijn leven ontdekt dat ik rabarber verrukkelijk vind. Ik word erg blij wanneer ik in het voorjaar weer die mooie dieprode staken zie verschijnen. Het is altijd zo’n fijn moment in het jaar dat de dagen weer warmer worden maar je nog niet met blote benen de straat op hoeft. Het is zo’n periode van “tussenjassen” en peperdure verse tuinbonen. Mensen lopen over de markt met fietstassen vol met planten want dit jaar gaan ze écht iets van hun balkon maken! Het is bijzonder optimistisch.

Toen ik zwanger was van Cáto had ik een constante honger naar rauwe amandelen en pruimentaartjes. Nu ik zwanger ben van mijn tweede dochter verlang ik naar rabarber!
Dit taartje komt uit het kookboek van Kirsten Eckhart en Willem-Jan Hendriks: de eigenaren van lunchrestaurant Gartine. Hun koookboek heet “Zoete & hartige heerlijkheden”. Het is een aanrader: zowel het boek als het restaurant.

Voor 6 personen
Benodigdheden:
1 sinaasappel
50 gr hazelnoten
300 gr rabarber
80 gr suiker
4 plakjes bladerdeeg
75 gr amandelspijs
beetje bloem
1 eidooier
extra suiker
bakpapier 

Rasp de sinaasappel en pers hem uit. Rooster de hazelnoten in een koekenpan. Verwarm de oven voor op 200 graden. 

Snijd de rabarber in stukken en doe deze samen met de suiker, de sinaasappelrasp en het sap in een steelpannetje. Verwarm totdat de rabarber zacht is.
Laat de rabarber goed uitlekken in een vergiet. 

Ontdooi de plakjes bladerdeeg en maak hier twee langwerpige plakken van door ze twee aan twee aan elkaar vast te plakken (bevochtig de randen met wat water). 
Leg de twee lange vellen op een vel bakpapier op een bakplaat. 
Maal de noten fijn in de keukenmachine en meng ze met de uitgelekte rabarber. 
Strooi een beetje bloem op een plank, leg de amandelspijs erop en rol het uit, zodat het net iets kleiner is dan het bladerdeeg. Leg het spijs op de bladerdeeg en verdeel het rabarbermengsel eroverheen. Laat de buitenste randen vrij. Bevochtig de buitenste randen van het bladerdeeg met water en leg hier de tweede plak bladerdeeg op. Druk de randen goed aan. 
Smeer de bovenkant in met eidooier en strooi er wat suiker overheen.

Maak met een scherp mesje een paar inkepingen in de bovenkant van het bladerdeeg en bak de rabarber-jalousie in 35 minuten goudbruin. 







Monday, December 23, 2013

Crudité met een dip


Gisteravond vierden wij alvast een klein kerstfeestje met goede vrienden. Het is ons plan om hier een jaarlijks terugkerende traditie van te maken. Ik ben een tuttebel wanneer het aankomt op tradities; ik hecht daar ontzettend veel waarde aan. Ik vind het fijn als sommige dingen altijd hetzelfde zijn.
Het kerstdiner vond plaats bij hen thuis en volgend jaar is het dan bij ons. Bij de borrel aten we crudité met een dipsausje. Ik vind dat altijd heel erg lekker. Ik houd namelijk het allermeest van groenten!
Op Eerste Kerstdag komt mijn moeder eten en dus was ik op zoek naar een recept voor een lekkere dipsaus. Tijdens mijn zoektocht vond ik zulke mooie foto's van crudité! Lijkt bovenstaand plaatje niet op een moestuin?
Maak je niet ongerust: crudité is gewoon rauwkost geserveerd met een lekkere dip. Maak onderstaand dipsausje en je hebt een heel makkelijk en gezond borrelhapje.
Meng de volgende ingrediënten door elkaar:
125 gram volle yoghurt
125 gram crème fraiche
6 takjes verse peterselie
6 takjes bieslook
1 teentje knoflook
1,5 eetlepel dille
2 theelepels dragon
1 theelepel citroensap
Versgemalen peper en zout.

Serveer met radijsjes, bloemkool, paprika, tomaatjes, stukken komkommer, bleekselderij, wortel, witlof, groene asperges, rettich. Laat je inspireren door de fijne foto's en eet smakelijk!


 

Monday, November 18, 2013

Vederlichte frambozencakejes


Ken je het blog “What Katie ate”? Het kookboek – in het Nederlands vertaald als “Wat Katie eet” is sinds een paar weken in mijn bezit. Ik heb het naast mijn bed liggen om me aan de foto’s te kunnen vergapen voordat ik ga slapen. De frambozencakejes zijn echt heel lekker. Ietsjes te zoet dus voortaan maak ik ze met minder poedersuiker. Maar, afgezien daarvan, zijn ze vederlicht en fijn. Ik maakte ze voor het eerst op de zondag dat de klok een uur terugging. Met een klein kind betekent het ingaan van de wintertijd niet dat je een uur langer kunt slapen maar dat je om zes uur ‘s ochtends al wakker bent. Ik stond dus om zeven uur ‘s ochtends cakejes te bakken. Ik was hierin niet alleen. Mijn vriendin met twee zoons stond op datzelfde moment pannenkoeken te maken. Eén uur extra per dag zou mij zó schelen. Ik heb die zondag: cake gebakken, veertien boekjes gelezen met mijn dochter, gesport, de badkamer schoongemaakt, mijn adminstratie bijgewerkt, ik ben bij Ikea geweest en heb daar niks (!) gekocht en had nog ruimschoots de tijd om uitgebreid te eten en daarna Penoza te kijken. 



Onderstaand recept is voor een bakblik met zes muffinvormen. Je kunt nu eenmaal niet voor elk recept een ander bakblik aanschaffen maar mocht je in het gelukkige bezit zijn van twee siliconenbakvormen met ovale cakejes, verdubbel dan gerust het recept! 

5 scharreleiwitten
150 gr ongezouten boter, gesmolten
87,5 gr amandelmeel
150 gr poedersuiker (dit is minder dan in Katies recept!) plus wat extra om de cakejes te bestuiven  
50 gr tarwebloem, gezeefd
125 gr frambozen plus wat extra voor erbij

Verwarm de oven voor op 180 graden. Vet het bakblik lichtjes in (gebruik hiervoor iets van de gesmolten boter).

Klop de eiwitten een paar seconden. Je hoeft ze niet stijf te kloppen: door elkaar mengen is voldoende.

Doe de boter, het amandelmeel, de poedersuiker en de bloem erbij en klopt alles lichtjes tot een cakebeslag.

Vul de ingevette vormpjes van de bakvorm voor tweederde met het cakebeslag.

Leg twee/drie frambozen op elk cakeje. Bak de cakejes 25/30 minuten in de oven. Controleer met een satéprikker of ze klaar zijn.

Bestuif de cakejes met poedersuiker, serveer ze warm en geef er wat extra frambozen bij.




Sunday, October 27, 2013

Vlinderpasta met kruidige boter en groene asperges


Als ik érgens dol op ben dan is het pasta met boter. Dit recept, dat ik tegenkwam op 101 cookbooks, heb ik dan ook direct – enigszins aangepast - toegevoegd aan mijn favorieten. Het recept is perfect voor een doordeweekse avond want het is binnen twintig minuten klaar maar het smaakt als pure luxe. Pasta overgoten met boter krijgt een fluweelzachtige smaak die heel fijn is. Als je me dan ook nog blij kunt maken met groene asperges…Ai, dan wordt het allemaal wel heel verleidelijk.

De geweldige illustratie van dit gerecht werd gemaakt door Christine van Doesburgh. Kijk voor meer van haar werk op http://www.toutine.com. Zij zal dit blog in de toekomst vaker van smakelijke tekeningen voorzien! En daar ben ik ontzettend blij mee!


¼ tl saffraan
snuf zout
100 gr boter
2 el olijfolie
6 medium grote sjalotjes, fijngesneden
½ tl gemalen gember
½ tl zoete paprikapoeder
½ tl gemalen koriander
een snuf cayennepeper
¼ tl rode chiliflakes
¼ tl gemalen kurkuma
¼ tl fijn zeezout
zwarte peper
225 gr farfalle of pappardellepasta
225 gr groene asperges, in stukken van twee centimeter gesneden
scheutje room
60 gr pijnboompitten, geroosterd
2 el grofgesneden munt
2 el grofgesneden peterselie

Gebruik een vijzel om de saffraan en het zout fijn te stampen. Zet in de tussentijd een grote pan water op het vuur en breng aan de kook.

De gekruide boter maak je als volgt. Bak de sjalotjes in tien minuten zacht in de boter en de olijfolie. De sjalotjes mogen lichtbruin worden. 

Voeg alle kruiden toe, het zout en een beetje zwarte peper. Haal de boter van het vuur maar wel warm.

Kook de pasta volgens de instructies op het pak. Dertig seconden voordat je de pasta afgiet, kun je de aspergestukjes toevoegen. Giet af en doe de pasta en asperges terug in de pan. Roer het saffraanzout door de pasta. Dan de helft van de gekruide boter en een scheutje room. Roer goed door. Proef en voeg vervolgens zoveel boter toe als je lekker vindt. 

Dien de pasta op met de grofgesneden munt en peterselie en bestrooid met pijnboompitten.


Thursday, October 3, 2013

Salade met geroosterde wortels, geitenkaas en granaatappel


Soms denk ik dat ik het beste een kipcurryblog had kunnen beginnen of nog beter, een blog voor " de maaltijdsalade". Daar staan er inmiddels zóveel van op dit blog! Nou ja, vooruit, één van de salades die mij gelukkig maakt. 





Dit is een maaltijdsalade voor vier personen.

750 gr wortels, geschrapt en in grove stukken
2 el olijfolie
2 tl olijfolie
1 schoongeboende sinaasappel
1 blik (400 gr) kikkererwten, uitgelekt en afgespoeld
enkele takjes munt, fijngehakt
75 gr granaatappelpitten
100 gr zachte geitenkaas
 
Verwarm de oven voor op 190 graden Celsius. 

Meng de wortels met 1 el olijfolie, het komijnzaad, zout en peper. Rasp de schil van de sinaasappel over de wortels en meng het erdoor. Verdeel de wortels over een groot bakblik en rooster ze in het midden van de oven in ca 50 minuten gaar.

Meng de kikkererwten door de wortels en doe alles in een grote schaal. 

Sprenkel de rest van de olijfolie erover. Pers 1 helft van de sinaasappel uit en schenk het sap over de wortels. Meng er de kruiden en granaatappelpitten door en voeg zout en peper naar smaak toe.

Verkruimel de geitenkaas erover. 

Thursday, June 13, 2013

Salade Emeralda en een nieuwe blog!



In maart ben ik met mijn schoonzusje een lifestyleblog voor moeders begonnen: Boekenwurmpje 
Hierin schrijven wij – dagelijks! – over de dingen die ons bezighouden. We schrijven bijvoorbeeld recensies over kinderboeken, zoeken de beste webshops, de fijnste kindvriendelijke cafés en vragen kinderexperts om advies. Verder berichten wij over werelds babynieuws! Van alles passeert er de revue. Die blog groeit met ons mee. Nu gaat het over baby’s, straks over dreumesen en op den duur wellicht over pubers!Mooi spul verzamelen – gedichtjes voor vrijdag, hebbedingen voor in de kinderkamer of dingen waar we gelukkig van worden – hoort daarbij. En eten dus ook! Er is immers niet veel waar ik zó gelukkig van word als van lekker eten! En ik hoop van harte dat ik deze liefde aan mijn dochter kan overbrengen. Voor vandaag een hele lekkere gezonde salade. Cáto is dol op broccoli. Ze noemt het "boem" waarmee ze "bloem" bedoelt en ze hapt de "bloempjes" zo van de stronk! 







receptje:

1 stronk broccoli
1 bakje broccolini/bimi
1 citroen, sap en schil
1 prei, schoongespoeld en in dunne plakjes gesneden
3 el olijfolie
2 teentjes knoflook, in dunne plakjes
3 handen vol verse spinazie
bosje peterselie, grof gehakt
3 el amandelschaafsel, geroosterd in een droge koekenpan
driekwart pakje fetakaas, naar smaak, in grove stukken

Verwarm de oven voor op 250 graden Celsius. Ja, echt, zo heet.

Snijd de broccoli en bimi in grove stukken en doe in een grote braadslede, samen met de prei. Meng de olijfolie, peper en citroenschil door de groente. Strooi er de plakjes knoflook overheen. Zorg ervoor dat er niet teveel groenten op elkaar gestapeld liggen omdat ze dan in hun eigen vocht gaar stomen. Dat wil je niet. De hele hete oven maakt de groente gaar maar wel knapperig. 

Zet de groente twaalf minuten tot vijftien minuten in de oven.

Doe de groente over in een grote saladeschaal en meng de spinazie erdoorheen. Door de hitte van de groente slinkt de spinazie. Meng de peterselie, het amandelschaafsel en de fetakaas er doorheen. Da’s pas een fijne salade!  

     






Tuesday, May 14, 2013

daslookpesto


voor 6 tot acht personen:

100 gram daslookblaadjes
80 gr pijnboompitten
50 gr geraspte pecorino
150 ml olijfolie
zout en peper

Was de blaadjes, dep ze goed droog en hak ze fijn. Doe nu alle bovenstaande ingrediënten in een foodprocessor (of in een vijzel) en maal fijn. Dit is een grote hoeveelheid pesto die je in een gesloten pot 2 tot 3 weken goed kunt houden. Je moet er wel voor zorgen dat de pesto bedekt is met olie. De voorgeschreven hoeveelheid olijfolie zorgt daar wel voor!